Eurycantha calcarata wordt ook wel aangeduid met psg 23. Eurycantha calcarata komt van nature voor in Papua Nieuw Guinea.
Lees verder in deze caresheet om meer te weten te komen over de verzorging van deze wandelende tak.

Een jong Eurycantha calcarata nimfje
Uiterlijk
Dit soort is dik en stekelig. Dit soort is bruin tot kastanjebruin. De poten van dit soort zijn dik en stekelig. Volwassen mannetjes hebben een lange stevige doorn op hun achterpoten. Vrouwtjes hebben een legboor aan het einde van hun achterlijf.
Het lichaam van dit dier is ongeveer 11 – 15 cm lang bij vrouwtjes, en 10 – 11 cm bij mannetjes.

Een volwassen Eurycantha calcarata vrouw. De legboor op haar achterlijf is goed te zien.
Gedrag
Dit soort leeft in tegenstelling tot veel andere soorten wandelende takken op de grond. Ze verstoppen zich zelfs onder schors en tussen stenen.
Mannetjes kunnen agressief naar elkaar toe zijn, genoeg ruimte is daarom een vereiste. Bij verstoring kunnen de mannetjes ook een dreighouding aannemen, waarbij ze op hun voorste poten gaan staan en hun achterpoten opheffen. De grote doorn die daar aanwezig is kan gebruikt worden om mee te slaan. Het kan erg pijnlijk zijn met een hand tussen die stekels te komen.

De kop van een Eurycantha calcarata volwassen vrouwtje
Voedsel
Dit soort eet braam-, framboos-, eik-, klimop-, vuurdoorn-, kastanje-, roos- en hazelaarbladeren. Braambladeren zijn in de winter altijd te vinden, evenals klimop.
Pas op voor rozenstruiken (en andere planten) uit de winkel, die zijn altijd bespoten met insecticiden!
Omgevingseisen
Een temperatuur van 20 tot 25 °C volstaat.
Het verblijf moet voldoende vochtig gehouden worden. Wij raden aan het verblijf ongeveer 4x per week te besproeien.
Zoals bij alle soorten wandelende takken, heeft dit soort een verblijf nodig die minstens 3x de lengte van het dier hoog is, en minstens 2x de lengte van het dier breed. Voor een volwassen vrouwtje betekend dit dus minstens 45 cm hoog en 30 cm breed. Het is belangrijk dat elk dier genoeg ruimte heeft, dus hoe meer dieren hoe breder de bak moet zijn. Dit soort kan wel eens gaan vechten met elkaar (vooral mannetjes) als ze te weinig ruimte hebben.
Op de bodem moet een dikke laag vochtige aarde, zand, cocospeat of vermiculiet aanwezig zijn. De dieren leggen hun eitjes namelijk in de grond. Ook moeten er hier en daar stenen of stukken bloempot aanwezig zijn in het verblijf, zodat ze zich daaronder kunnen verstoppen.

Eurycantha calcarata halfvolwassen nimfje
Voortplanting
De mannetjes van dit soort zijn te herkennen aan de grote doorn op hun achterpoten. Ook zijn zij kleiner dan de vrouwtjes. De vrouwtjes hebben een legboor op hun achterlijf.
Eurycantha calcarata mannetjes en vrouwtjes kunnen gewoon in een hok bij elkaar gehouden worden. Er moet wel genoeg ruimte zijn, zodat de mannetjes niet gaan vechten.
De eitjes zijn kleine lichtbruine ovalen die in de grond gelegd worden.
De eitjes komen na ongeveer 4 – 6 maanden uit. Bewaar de eitjes in vochtige grond. Dit moet altijd vochtig blijven maar niet echt nat. 3x per week sproeien zou moeten volstaan. Pas op voor schimmel!