De Atlasvlinder, Attacus atlas, is een van de grootste vlinders die gehouden worden als huisdier. De rupsen zijn ook erg groot en hebben een bizar uiterlijk. Ze zijn wit tot groen-wit met allemaal uitsteeksels op de rug. Ze hebben een rode vlek op de laatste pootjes. Het soort komt uit Zuidoost-Azië.
Hier vind je de caresheet voor het verzorgen van dit soort.

Een pas uitgekomen Atlasvlinder vrouwtje
Uiterlijk
De vlinder is ongeveer 25 cm groot van vleugelpunt tot vleugelpunt. In de voorvleugels zitten twee paar vensters en in de achtervleugels een paar. Vensters zijn doorzichtige delen in de vleugel, het zijn geen gaten maar het lijkt er wel op. De vleugels van de atlasvlinder zijn kastanjebruin van kleur, met lichtgele, rode, paarse, zwarte en roze accenten.
De rupsen zijn wit of groen van kleur met uitsteeksels over de hele rug. De uitsteeksels lijken een beetje poeder-achtig. De achterste pootjes hebben een rood met blauwe vlek aan de zijkant.
Voedsel
De vlinders van de atlasvlinder hebben geen mond. Daardoor eten ze ook niet en leven ze van de vetreserves in hun lichaam. Dit betekend ook dat ze niet zo oud worden, ongeveer 5 tot 7 dagen.
De rupsen eten bladeren van liguster, hemelboom (Ailanthus altissima), citrusvruchtenbomen, kaneel en mango. Ze zijn niet heel kritisch qua voedselplanten, maar zullen zeker niet kunnen leven op alle soorten blaadjes.
Gedrag van Attacus atlas
De rupsen eten eigenlijk alleen maar, ze zullen niet veel rondlopen zolang er nog eten te vinden is. Alleen wanneer ze een cocon gaan maken zullen ze rond gaan lopen om een geschikt plekje te zoeken.
De vlinders zijn overdag inactief maar gaan ‘s nachts vliegen en zoeken naar een partner. Overdag zijn zij vrij goed op te pakken. Je mag ze NOOIT bij de vleugels vastpakken omdat die erg breekbaar zijn, je kan de vlinder wel aantikken bij de pootjes en hem zo op je hand laten stappen.
Omgevingseisen
De ideale temperatuur is ongeveer 25 °C, maar kamertemperatuur is prima.’s Nachts mag het iets koeler zijn dan overdag.
Rupsen moeten nooit te vochtig zitten, omdat ze dan problemen krijgen met infecties. Als de blaadjes die je ze geeft een beetje vochtig zijn is het goed. Je kan het beste de bladeren even onder de kraan houden voordat je ze geeft, dat is vochtig genoeg voor ze.
Een geschikt verblijf voor de rupsen is een plastic of glazen bak met veel ventilatie. Bijvoorbeeld door een deksel van gaas of een zijwand van gaas. Je kan er een bekertje water in zetten om de blaadjes vers te houden, maar je kan ze ook neerleggen en ze weghalen als ze verdort zijn (of opgegeten). Op de bodem leg je tissues. Je moet die 1x per dag verschonen (gewoon de oude weggooien en een nieuwe neerleggen).
Cocons ophangen
Wanneer de rupsen zich verpopt hebben tot pop kan je ze verzamelen en netjes ophangen. Door ze op te hangen kunnen de vlinders later beter uit de cocon komen. De poppen kan je ophangen aan hun cocon (een draadje door het zijde van hun cocon steken), met een puntige kant naar boven. Steek het draadje door maar een paar zijdedraadjes van de pop, zodat het de vlinder niet hindert als hij eruit wil komen. De vlinders zullen uit de cocon komen door de zijde aan een kant op te lossen met een bepaald enzym uit hun kop. Ze gaan dan aan de pop hangen, pompen hun vleugels op en laten die drogen. De pas uitgekomen vlinders moeten gaas langs minstens een wand van het verblijf hebben, om aan omhoog te klimmen als ze gevallen zijn of op een of andere reden dicht bij de grond uit hun pop komen. Het verblijf waar de vlinders uit hun cocon moeten kruipen moet minstens 50 x 50 x 50 cm zijn, liefst nog groter. Hoe groter hoe beter.
Na het uitkomen moeten de vlinders de ruimte hebben, ze hebben immers breekbare vleugels en zullen ook gaan vliegen. Ze kunnen niet in een glazen of plastic verblijf, omdat ze niet door hebben dat ze daar niet doorheen kunnen. Ze gaan dan constant tegen het glas aanvliegen en beschadigen hun vleugels daarmee. Een kooi met tralies kleiner dan 2 x 2 cm is goed. Een frame met horregaas eromheen is ook heel handig. Sommige mensen laten de vlinders vrij in een kamer, dan hebben ze natuurlijk de meeste ruimte!
Ontwikkelingsduur
De eitjes doen er ongeveer 10 tot 14 dagen over om uit te komen.
De rupsjes eten ongeveer 35 tot 45 dagen lang, totdat ze verpoppen.
De pop ontwikkeld zich in ongeveer 3 weken tot vlinder.
De vlinder leeft dan nog ongeveer 5 – 7 dagen.

Een Atlasvlinder mannetje
Voortplanting
De mannetjes van dit soort zijn te herkennen aan de brede geveerde antennen. De vrouwtjes hebben antennen met minder ‘haartjes’ eraan. De vorm van de vleugels is ook verschillende voor de geslachten; vrouwtjes hebben veel grotere vensters in hun vleugels dan de mannetjes. Vrouwtjes zijn ook helemaal iets groter.
De dieren gaan bijna direct paren als ze uit hun cocon komen. Het vrouwtje verspreid feromonen waar het mannetje op af komt. Je hoeft verder niks te doen om ze te laten paren.
Het vrouwtje legt wel 200 tot 300 eieren in haar leven.
Het is niet de bedoeling dat de vlinders of de eitjes in de natuur losgelaten worden. Dit soort is niet Nederlands dus het kan de natuur verstoren. Als je teveel eitjes hebt om voor te zorgen kan je ze weggeven of zorgen dat ze zich niet ontwikkelen.