Phyllocrania paradoxa

Phyllocrania paradoxa wordt in het Engels ook wel Ghost Mantis genoemd. Deze naam heeft ze te danken aan haar bijzondere vormen en alien-achtige hoofd. Het soort is te herkennen aan een lange asymmetrisch gevormde uitstulping op de kop, welke dient om er beter uit te zien als een dor blad. Phyllocrania paradoxa komt van nature voor op Madagaskar en in Afrika. Lees deze caresheet verder voor de verzorging van dit interessante insect!

Phyllocrania paradoxa volwassen vrouw

Volwassen Phyllocrania paradoxa vrouwtje

 

Uiterlijk
Dit soort bidsprinkhaan bootst dorre bladeren na, zodat ze niet opvalt tussen gevallen bladeren in de bosgebieden waar ze voorkomt. Zo kan zij onverwachts prooien grijpen en toch ongezien blijven voor roofdieren zoals insectetende vogels. De meest voorkomende kleur bij dit soort is donkerbruin, maar soms is er ook een groen exemplaar te vinden. Deze kleur wordt bepaald door de omgeving; een vochtigere groenere omgeving levert vaker een groen dier op. P. paradoxa wordt ongeveer 5 cm lang, met weinig verschil in grootte tussen de geslachten. De mannetjes zijn smaller met iets langere vleugels dan het achterlijf. De vrouwtjes zijn breder met een bredere prothorax en met vleugels die tot op het achterlijf reiken.

Phyllocrania paradoxa

Mannelijke Phyllocrania paradoxa nimf

 

Gedrag
Phyllocrania paradoxa is een rustig soort bidsprinkhaan. Het is een typische sit-and-wait predator. Vertrouwend op haar camouflage wacht zij geduldig tot een nietsvermoedende prooi langskomt. Zodra ze die in de gaten heeft slaat zij bliksemsnel toe, en voordat de prooi het door heeft zit hij al stevig vast tussen de vangarmen van dit roofdier. P. paradoxa zal zelden zelf actief een prooi najagen, maar eerder wachten op een geschikt moment om toe te slaan. Soms is dit soort bidsprinkhaan ook wat voorzichtig en een beetje bang. Een grote pincet of grote hand in het hok zorgt voor het weigeren van een prooi. Even een kwartiertje wachten en het weer proberen, dan is alles weer goed.

Phyllocrania paradoxa

Phyllocrania paradoxa volwassen man

 

Voedsel
Phyllocrania paradoxa eten in de natuur voornamelijk vliegende insecten. Het zou dus goed zijn om hen vliegen aan te bieden in plaats van krekels. Krekels worden echter ook goed gegeten en zijn daarom ook prima voer voor deze dieren. Let er alleen even op dat er geen loslopende krekels in het hok rondhangen op het moment dat de bidsprinkhaan gaat vervellen. Een volwassen P. paradoxa kan volwassen krekels aan, maar beter is het ze wat kleinere krekels te geven, bijv. maat 6 of 7. P. paradoxa zijn wat snel geintimideerd door een grote pincet met een prooi.

Phyllocrania paradoxa

Phyllocrania paradoxa vrouwelijk nimfje

 

Omgevingseisen
De ideale temperatuur is ongeveer 26 °C, maar kan variëren tussen de 20 °C en 30 °C. ’s Nachts mag het iets koeler zijn dan overdag, maar minimaal 18 °C. Dit soort heeft een relatief hoge luchtvochtigheid nodig. Ongeveer 60 tot 90 % luchtvochtigheid. Dit wordt bereikt door ongeveer 5x per week te sproeien met water. Zoals bij alle soorten bidsprinkhanen, heeft dit soort een verblijf nodig die minstens 3x de lengte van het dier hoog is, en minstens 2x de lengte van het dier breed. Voor een volwassen dier betekend dit dus minstens 15 cm in de hoogte en 10 cm in de breedte. Een mooie maat voor een terrarium zou 20 x 20 x 30 zijn, zodat er ook plaats is voor nepplanten en veel zitstokjes. Dorre bladeren kleuren prachtig bij dit soort, soms gaan ze helemaal op in de omgeving.

Phyllocrania paradoxa

Phyllocrania paradoxa nimfje dat een vlieg eet

 

Groepshuisvesting
Het bijzondere aan dit soort bidsprinkhaan is dat zij vaak zonder kannibalisme hun hele leven samen gehouden kunnen worden. De voorwaardes hiervoor zijn wel, dat de dieren ten aller tijde genoeg te eten hebben en dat het verblijf voldoende groot is. Veel mensen houden zo succesvol groepen P.paradoxa in een groot terrarium. De kans op kannibalisme is dan erg klein, maar bij dit soort roofdieren blijft het altijd bestaan.

Phyllocrania paradoxa vrouw

Als dit geen bladimitatie is...

 

Voortplanting
De vrouwtjes van dit soort zijn iets groter en breder dan de mannetjes. Als nimf kan je zien dat sommigen een bredere prothorax hebben dan anderen. Diegenen met een bredere prothorax zijn de vrouwtjes. Ook aan de voelsprieten kan gezien worden of je te maken hebt met een mannetje of een vrouwtje. De voelsprieten van de man zijn langer en breder dan die van de vrouw. Vanaf ongeveer L4 kan met een goed oog gezien worden hoeveel segmenten de dieren aan het achterlijf hebben. Vrouwtjes hebben er 6, terwijl mannetjes er 8 hebben. Deze geslachtsbepalingsmethode is al in een vroeg nimfenstadium te gebruiken, maar kan soms lastig zijn voor het ongeoefende oog. Ongeveer 2 tot 4 weken na de laatste vervelling kan een paringspoging worden ondernomen. Zorg ervoor dat het vrouwtje goed gegeten heeft als je het mannetje erbij zet. Meestal zijn ze weinig agressief onderling. Handig is om het vrouwtje wat te eten te geven als je het mannetje erbij zet. De paring kan een paar uur duren.

Ghost mantis paradoxa nimf

Ghost mantis nimfje - Phyllocrania paradoxa

Filteren
Filter by Prijs
Geen producten gevonden voor deze selectie.