Ventralla quadrata is een soort bladsprinkhaan die van nature voorkomt in Maleisië.

Een Ventralla quadrata volwassen mannetje
Uiterlijk
Deze bladsprinkhaan komt in twee kleurenvarianten voor; groen en bruin. Deze kleuren zijn niet erfelijk maar komen naar voren op basis van de omgeving. Vaak zitten er in dezelfde groep zowel bruine als groene individuen. Als nimfje zijn het kleine groene beestjes met enorme voelsprieten. De volwassen Ventralla quadrata hebben grote vleugels die er uit zien als een blad. De vrouwtjes zijn te herkennen aan een lange punt op het achterlijf, hiermee worden eitjes gelegd. De mannetjes hebben dit niet.
Een Ventralla quadrata wordt ongeveer 4 á 5 cm lang.

Een Ventralla quadrata volwassen vrouwtje (bruin)
Gedrag
Over het algemeen is dit soort rustig als zij eenmaal volwassen is en zal niet veel springen. Bij aanraking of verstoring kunnen ze wel goed en ver springen. De nimfjes springen veel meer en zijn erg snel. Ze bijten of steken niet. Dit soort maakt ‘s nachts heel veel lawaai. De mannetjes wrijven hun poten langs hun vleugels waardoor er een enorme herrie ontstaat. Hou hier rekening mee bij de aanschaf van dit soort!

een Ventralla quadrata nimfje
Huisvesting
Dit soort bladsprinkhaan heeft een ruim verblijf nodig. Voor één koppel minstens 30 x 30 x 30 cm maar groter is beter. Bij voorkeur een hok waar de luchtvochtigheid hoog in gehouden kan worden. In het hok moet verder plaats zijn voor een bos takken met blad (voer) en op de bodem mag turf of potgrond.
De temperatuur moet tussen de 18 en 30 °C blijven. De luchtvochtigheid mag hoog blijven, ongeveer 70%. Zo nu en dan de luchtvochtigheid laten zakken is geen probleem en werkt uitstekend ter voorkoming van schimmel. Als je met water sproeit, zullen de Ventralla quadrata’s hier ook van drinken.
Voeding
Ventralla quadrata eet onder andere braamblad, rozenblad, liguster, meidoorn en nog meer soorten plantenbladeren (maar zeker niet alles!).
Kweken
Voor de kweek heb je volwassen mannetjes en vrouwtjes nodig; de volwassen vrouwtjes zullen een lange legboor hebben op hun achterlijf. Ook zijn zij wat groter. De lichaamskleur is niet afhankelijk van het geslacht.
De vrouwtjes leggen hun eitjes in de grond. Zorg er daarom voor dat er minstens 5 cm potgrond op de bodem van het verblijf ligt. De eitjes ontwikkelen zich ook in deze vochtige grond.